Legendarisch café Libertad in de Muntstraat duurzaam verbouwd


Bestaande gebouwen efficiënter gebruiken. Dat is niet alleen praktisch, maar ook een ideaal hulpmiddel om aangenaam een klimaatneutrale toekomst te bereiken. De productie van bouwmaterialen vraagt immers veel energie. Daarnaast willen we zorgzaam omgaan met onze resterende open ruimte. Doordacht en flexibel gebruik maken van de bebouwde ruimte die er al is draagt dus perfect bij aan onze Roadmap 2025 · 2035 · 2050 naar een klimaatneutrale toekomst. Dat hebben ze in de Muntstraat in hartje Leuven goed begrepen.

Daar worden momenteel vier historische panden gerenoveerd. Wat vroeger twee restaurants en café Libertad waren, wordt nu verbouwd tot een flexibele restaurantruimte, het café en een hotel. David Martens van studiebureau Efika legt uit waarom. ‘We zien in veel handelspanden dat het gelijkvloers heel actief gebruikt wordt, en de eerste verdieping misschien ook. Maar de bovenverdiepingen worden meestal niet efficiënt gebruikt. Daarom had eigenaar Rikky Evers het idee die verdiepingen te verbouwen tot een hotel.’

‘Ik vind het knap van Rikky dat hij die ambitie heeft,’ vertelt David. ‘Er worden vijftien hotelkamers gemaakt in ruimtes die anders leeg stonden, maar waarvoor ook kostbare bouwmaterialen zijn gebruikt. Stadsverdichting en het maximaal gebruiken van de ruimtes die er al zijn: dat is een onderbelicht stuk van de duurzame toekomst. Dankzij dat principe moeten we op nieuwe plaatsen buiten de stad geen extra nieuwbouw meer zetten.’

Er was veel aandacht voor de flexibiliteit van de gebouwen. ‘De twee restaurants kunnen in de toekomst dienstdoen als één groot restaurant, als dat nodig is. Mocht het niet lukken twee verschillende uitbaters te vinden, kan het misschien wel met één uitbater voor de hele ruimte.’ Die flexibiliteit zit ook in het hotel. ‘De hotelkamers zijn zo gebouwd dat ze relatief gemakkelijk omgebouwd kunnen worden tot studio’s. Dat is niet alleen duurzaam, maar het geeft de eigenaar meer financiële zekerheid ook.’

Met de hulp van L.E.U.V.E.N.

De voorstudie rond energie bij de renovatie in de Muntstraat werd mee gesubsidieerd met middelen van het Europese project L.E.U.V.E.N. ‘Die subsidie was mooi meegenomen, want zo hadden we de tijd om specifieke technische zaken goed uit te werken. Het L.E.U.V.E.N.-project matcht perfect met eigenaar Rikky. En indirect zijn deze middelen een hefboom om over de werken te communiceren en anderen te inspireren ook duurzaam te renoveren.’

Er was veel aandacht voor de flexibiliteit van de gebouwen. Dat is niet alleen duurzaam, maar het geeft de eigenaar meer financiële zekerheid ook

Uitdagende puzzel

‘Een totaalrenovatie als deze grijp je natuurlijk ook best aan om je gebouwen zo comfortabel en duurzaam mogelijk te maken,’ legt David uit. ‘Tijdens de levensduur van een gebouw krijg je maar af en toe die kans. Door daarop in te zetten, kan Rikky op de meest duurzame manier mogelijk blijven ondernemen. En het is meteen een boost voor het comfort van de bezoekers en de werknemers ook.’

Die verduurzaming was niet evident in een reeks oude gebouwen in het historisch centrum van Leuven. ‘We moesten rekening houden met de eisen van erfgoed en monumentenzorg. Zo moest de gevel bewaard blijven. Dat perkte vooral de vrijheid van de architecten in. Het integreren van onze huidige veiligheids- en comfortnormen in het gebouw was een uitdaging. Om die puzzel op te lossen, tekenden we op voorhand alle technieken uit in 3D, waardoor we zeker wisten dat alle buizen zo efficiënt mogelijk in het gebouw zouden passen.’

Meedoen?

Ben je net als de eigenaar van de panden in de Muntstraat geïnteresseerd om je gebouw anders en duurzamer in te vullen? Geïnteresseerd om duurzaam te bouwen? Wil je mee je schouders zetten onder de Roadmap 2025 · 2035 · 2050 naar een klimaatneutraal Leuven? Stuur dan een mail naar jan.aerts@leuven2030.be. Hij brengt je in contact met gebouweigenaars met gelijkaardige uitdagingen zodat jullie kennis kunnen delen en samen tot nieuwe oplossingen kunnen komen.

Het L.E.U.V.E.N.-project is medegefinancierd door de Europese Unie

Warmtepompen voor sociale woningen Vlierbeekveld

Warmtepompen zijn de toekomst. Ze houden gebouwen behaaglijk warm of heerlijk koel, en dat kunnen ze volledig op hernieuwbare energie. Warmtepompen passen dan ook mooi binnen programma 3 van de Roadmap 2025 · 2035 · 2050 naar een klimaatneutraal Leuven. En dat stukje comfort van de toekomst is ook al te bewonderen in sociaal woonproject Vlierbeekveld in Kessel-Lo.

In het project Vlierbeekveld worden in opdracht van SWaL en in samenwerking met ingenieur-architecten T’Jonck Nilis 38 sociale huurwoningen gebouwd. Uiteraard gebeurt de bouw zo energiezuinig mogelijk. Isolerende beglazing, dak-, vloer- en muurisolatie en een flinke oppervlakte aan zonnepanelen zijn het nieuwe normaal. Maar willen we naar een comfortabele, leefbare toekomst voor iedereen, dan moeten ook stookolie- en gasketels plaats maken voor bijvoorbeeld warmtepompen.

Om meer te weten te komen over het project Vlierbeekveld belt Leuven 2030 met David Martens van studiebureau Efika, dat het project technisch begeleidde. Met het gezellige geluid van spelende kinderen op de achtergrond steekt hij van wal: ‘Toen we met dit project begonnen, gebruikten nog niet veel sociale huisvestingsmaatschappijen aardwarmte voor de verwarming van hun woningen. Het was dus heel leuk dat we deze extra stap konden zetten.’

Warmte uit de grond

Hoe de warmtepompen van Vlierbeekveld precies werken? ‘Het zijn geothermische warmtepompen, die de bodem als bron gebruiken,’ legt David uit. ‘Eerst boren we tot 50 meter diep in de grond. Daarin plaatsen we verticale leidingen die een warmtewisselaar met de grond vormen. In de winter wordt warmte uit de grond getrokken om de warmtepomp te voeden, die de temperatuur opkrikt om naar de vloerverwarming te sturen. In de zomer gebeurt het omgekeerde: dan wordt koude uit de bodem onttrokken om de woning te koelen, en de warmte uit de woning gaat opnieuw de bodem in. Die warmte laadt de bodem weer op voor de volgende winter.’

Heel knap dat de huisvestingsmaatschappij voor de duurzame optie gekozen heeft.

Voor het project van start ging zijn voorstudies gedaan, die onder andere door het Europese project L.E.U.V.E.N. gefinancierd zijn, waarin bijvoorbeeld gekeken is naar de verwarming van de woningen. De uiteindelijk keuze voor geothermische warmtepompen, de meest duurzame optie, was niet evident. David legt uit waarom: ‘In de eerste plaats zijn de budgetten voor de bouw van sociale woningen heel krap. Warmtepompen zijn ook nog niet verplicht. Ze leveren een besparing op je energiefactuur op, maar die besparing ligt bij de huurder. Dat is dus geen prikkel voor de huisvestingsmaatschappij om te kiezen voor een warmtepomp. Gelukkig is er wél een korting op het kadastraal inkomen voorzien voor woningen met een laag E-peil, wat wel een voordeel was voor de huisvestingsmaatschappij. Gezien de omstandigheden vind ik het heel knap dat SWaL toch voor die duurzame optie gekozen heeft.’

Meedoen?

Ben jij ook geïnteresseerd om duurzaam te bouwen of je gebouw anders en duurzamer in te vullen? Wil je mee je schouders zetten onder de Roadmap 2025 · 2035 · 2050 naar een klimaatneutraal Leuven? Stuur dan een mail naar jan.aerts@leuven2030.be. Hij brengt je in contact met gebouweigenaars met gelijkaardige uitdagingen zodat jullie kennis kunnen delen en samen tot nieuwe oplossingen kunnen komen.

Het L.E.U.V.E.N.-project is medegefinancierd door de Europese Unie

Duurzame grondverschuiving in het Paridaensinstituut

Wie voorbij het Paridaensinstituut wandelt of fietst, ziet niet meteen dat er onder de grond en op de daken grote ingrepen gebeuren. Toch worden er grote stappen gezet die de school duurzamer maken en het comfort voor de leerlingen en leraars drastisch verhogen. Over die veranderingen gaat Leuven 2030 in gesprek met Peter Wallays, technisch directeur van het Paridaensinstituut, en ingenieur-architect Pieter Meuwissen van LAVA Architecten.

© LAVA Architecten

Op de campus van het Paridaensinstituut staan zeven bouwblokken. Tot voor kort werden die elk afzonderlijk verwarmd met stookolie, maar die manier van verwarmen was niet efficiënt en moest op de schop. Pieter legt uit wat er veranderd is: ‘Op de campus is nu één groot centraal knooppunt ingericht dat de verwarming en andere nutsvoorzieningen zoals water, elektriciteit en data centraliseert.’

Vanuit dat centrale knooppunt zijn ondergrondse verbindingen naar alle blokken van de school gemaakt, zodat het op termijn de hele campus kan bedienen. De nieuwe centrale stookplaats verwarmt het Paridaensinstituut met aardgas. Peter is enthousiast: ‘Het rendement van onze nieuwe verwarming ligt waanzinnig veel hoger. Het nieuwe systeem valt bovendien veel beter aan te sturen.’

Het rendement van de nieuwe verwarming ligt waanzinnig veel hoger

Momenteel is een nieuwe bouwblok voor de school in aanbouw en ook die krijgt een aansluiting op de centrale stookplaats. Pieter ziet de nieuwbouw als een belangrijk sluitstuk van de werken: ‘Een deel van het Paridaensinstituut huist in oude kloostervleugels van het Hollands College. We bouwen verder op het rastersysteem van het klooster, waardoor we de verschillende bouwlagen mooi kunnen vervlechten. Het gelijkvloers werken we voor een stuk open, zodat er een ruime, overdekte buitenruimte voor de leerlingen ontstaat.’

Voor verschillende oudere bouwblokken van de school zijn nog andere renovatiewerken op til. De daken en de ramen worden aangepakt, wat de energie-efficiëntie van de school omhoog zal doen schieten. Daarnaast is voor de beschermde oude kloostervleugel van de school een aanvraag voor restauratie ingediend. ‘Als dat restauratiedossier wordt goedgekeurd, kunnen we over een aantal jaar de volledige campus op de centrale stookplaats aansluiten,’ vertelt Pieter.

Masterplan onontbeerlijk

Welk advies zouden Peter en Pieter meegeven aan wie een gelijkaardig groot en ingewikkeld renovatieproject voor de boeg heeft? ‘Een masterplan opmaken is onontbeerlijk,’ geven zowel Peter als Pieter aan. Met een masterplan leg je een einddoel vast, samen met alle tussenstappen in de tijd die nodig zijn om naar dat einddoel te evolueren.

Peter vertelt: ‘Het opstellen van een masterplan kost wat, maar de nutteloze kosten die je doet als je geen einddoel voor ogen hebt, zijn nog groter. Vóór ons masterplan werkten we zonder langetermijnvisie. Als er iets stuk ging, repareerden we dat. Het masterplan laat ons toe de zin of onzin van elke investering eerst af te toetsen. We weten welke projecten we voorrang moeten geven en houden altijd ons einddoel voor ogen, wie er binnen de school ook aan het roer komt te zitten.’

Daarnaast mag je de snelle technologische evolutie niet uit het oog verliezen, adviseert Pieter. ‘Toen wij de renovatie van het Paridaensinstituut planden, legde men de focus op het centraliseren van stookplaatsen. Ondertussen bewegen we snel weg van fossiele brandstoffen. Systemen zoals warmtepompen evolueren snel. Voor gebouwen met een lage energievraag kan het net beter zijn te decentraliseren en verschillende warmtepompen te gebruiken, maar dat moet je per gebouw op maat bekijken. Het is vooral belangrijk je uitgangspunt daarin eerst goed te bepalen.’

L.E.U.V.E.N. doet het grondig

Het Europese project L.E.U.V.E.N. financierde de studiekosten voor de renovatiewerken in het Paridaensinstituut. ‘Dankzij de L.E.U.V.E.N.-middelen konden we de tijd nemen om grondig te onderzoeken wat de beste manier was om onze stookolieketels te vervangen,’ vertelt Peter. ‘Iedereen voelde wel dat een nieuwe verwarmingsinstallatie een besparing zou zijn, maar dankzij het budget om een deskundige studie te laten doen en de precieze terugverdientijd te berekenen, hadden we de harde argumenten om voor de best mogelijke oplossing te kiezen.

Het L.E.U.V.E.N.-project is medegefinancierd door de Europese Unie

Circulaire facelift voor het station van Wijgmaal

Na een uitgebreid en leerzaam voortraject is het eindelijk zover: de bouwvergunning voor het stationsgebouw van Wijgmaal is goedgekeurd. Dialoog vzw, de organisatie die werkt rond duurzaam bouwen en bewust wonen, ondertekende samen met Stad Leuven een overeenkomst om het verloederde station van Wijgmaal te verbouwen tot kantoorruimte. Leuven 2030 interviewt Inge Pauwels, coördinator van Dialoog vzw, over de renovatie van het oud stationsgebouw, circulariteit en onvermijdelijke compromissen.

‘We hebben lang naar een pand gezocht, want we hadden redelijk veel voorwaarden,’ begint Inge haar verhaal. ‘We wilden geen bestaande groene ruimte innemen en geen nieuwbouw neerzetten. Daarnaast was ons budget beperkt, wilden we dicht bij een station zitten en was huren niet ideaal, want dat maakte renoveren te moeilijk. Toen we de oproep voor het station van Wijgmaal zagen, hebben we contact opgenomen met Stad Leuven met de vraag of we onze kantoorruimte daar konden maken. De beslissing was snel rond.’

Vier nuttige tips

Met de voorbereidingen van de renovatie heeft Dialoog vzw een uniek traject achter de rug. Welke lessen ze daaruit getrokken hebben? Inge geeft haar vier belangrijkste tips mee. ‘We hebben veel tijd gestoken in het juridisch correct krijgen van ons proces. Laat je dus zeker omringen door mensen die daar iets van kennen,’ luidt het eerste stukje advies van Inge. ‘Omdat we een erfpachtovereenkomst gesloten hebben, is de juridische constructie vrij ingewikkeld. Daarvoor hebben we snel een jurist onder de arm genomen.’

© archipelago architects

De tweede tip van Inge: ‘Probeer het eenvoudig te houden. Bij onze erfpachtovereenkomst zijn Stad Leuven en de NMBS betrokken, wat de communicatie niet gemakkelijker maakte. Hoe meer partijen betrokken zijn, hoe ingewikkelder het proces wordt. Ook het pand waarmee we werken, is erfgoed en dat is niet eenvoudig: van alle betrokken partijen zijn er verwachtingen, die een impact hebben op wat we wel en niet kunnen doen bij de renovatie.’

Inges voorlaatste tip is een belangrijke. ‘Bekijk voor je aan je verbouwing begint goed of je lijst van eisen in het gebouw past.’ Het oorspronkelijke eisenpakket van Dialoog vzw bleek te zwaar. ‘We wilden drie functies in ons nieuwe gebouw: een kantoorruimte, een koffiebar en een ontmoetingsruimte waar de buurt vrij gebruik van zou kunnen maken. Het station blijkt niet groot genoeg om alle drie de functies in te krijgen, dus de ontmoetingsruimte zal uiteindelijk eerder beperkt zijn. Gelukkig is een koffiebar op zich ook al een ontmoetingsruimte.’

‘En voorzie vooral genoeg tijd en wees geduldig,’ lacht Inge tot slot. ‘Nu we onze bouwvergunning hebben, kunnen we prijzen beginnen opvragen bij aannemers. Als we een aannemer toegewezen hebben, is het tijd om een jaar te bouwen. In januari 2022 verhuizen we naar het nieuwe gebouw.’ Het proces heeft dan wel een aantal jaar geduurd. ‘We tekenden de eerste samenwerkingsovereenkomst met Stad Leuven in 2016, maar toen waren we al twee jaar bezig met de voorbereiding van het project.’

© archipelago architects

Zo veel mogelijk circulair

Gelukkig heeft de lange voorbereidingstijd van het project ook voordelen gehad. Zo begint de circulaire economie momenteel te bloeien, wat nieuwe mogelijkheden biedt: ‘Als we een paar jaar vroeger waren geweest met ons project, hadden we veel minder circulair kunnen bouwen. Nu kunnen we zo veel mogelijk met gerecupereerde materialen werken. We hopen in Leuven een voorloper te kunnen zijn met een gerealiseerd circulair gebouw.’

Duurzaam bouwen is immers niet enkel energiezuinig bouwen. Op lange termijn is circulair bouwen minstens even belangrijk. Het programma Leuven Circulair maakt dan ook een belangrijk deel uit van de Roadmap 2025 · 2035 · 2050 naar een klimaatneutraal Leuven. Bij circulair bouwen wordt ten eerste rekening gehouden met de noden van de toekomstige gebruikers van het gebouw. Die kunnen helemaal anders zijn en vragen om flexibiliteit in de structuur van het gebouw. Ten tweede staat een doordacht gebruik van materialen centraal. Bouwmaterialen belanden zo na gebruik niet meer op de steeds groeiende afvalberg, maar worden zo veel mogelijk hergebruikt.

Hoe die circulariteit er in het gerenoveerde stationsgebouw concreet zal uitzien? ‘De vleugel van het station die nu ingevallen is, breken we af. Die stenen maken we schoon en gebruiken we om een nieuwe muur te bouwen binnen in het gebouw. Voor de serre op het dak willen we werken met gerecupereerd glas uit oude serres. Aan de buitenkant van ons gebouw werken we met gerecupereerd hout.’ Ook de indeling van het gebouw is goed doordacht. ‘We willen werken met een systeem van verplaatsbare wanden die weggenomen kunnen worden. Het ijzerwerk daarvoor zal demonteerbaar zijn en de wanden die ertegen komen, bouwen we ook uit gerecupereerd materiaal.’

Onvermijdelijke compromissen

Duurzaam bouwen zit in het DNA van Dialoog vzw, maar toch moesten er compromissen gesloten worden. ‘Omdat we een erfgoedpand renoveren waarbij meerdere partijen betrokken zijn, moeten we sowieso toegevingen doen. Zo kunnen we bijvoorbeeld niet anders dan aan de binnenkant te isoleren, iets dat we onze particuliere klanten afraden.’

Daarnaast heeft de keuze voor circulair bouwen een extra impact op de manier van renoveren. ‘Als we ons gebouw demonteerbaar willen maken, zorgt dat ervoor dat we minder stevig kunnen isoleren,’ geeft Inge aan. ‘Of bijvoorbeeld de optie vloerverwarming valt af, want vloerverwarming ligt normaal in de chape, wat niet demonteerbaar is. We kiezen ervoor zo veel mogelijk ruimtes te delen, waardoor ons sanitair blok op het gelijkvloers komt te staan. Ja, dan moeten we naar beneden om vanuit ons kantoor naar de wc te gaan. Maar je moet beslissingen nemen en compromissen sluiten.’

Als we een paar jaar vroeger waren geweest met ons project, hadden we veel minder circulair kunnen bouwen.

Studies dankzij L.E.U.V.E.N.

Circulair bouwen is op vele vlakken nog een uitdaging, maar gelukkig kwam daar het Europese project L.E.U.V.E.N. om het hoekje kijken. ‘Dankzij het L.E.U.V.E.N.-project konden we een aantal tests en studies laten uitvoeren,’ vertelt Inge. ‘Om te weten hoe goed de stenen die we hergebruiken zijn, hebben we een stuk van het station afgebroken en in een labo een vorstproef op die stenen laten doen. Daarnaast lieten we een trillingsstudie uitvoeren omdat we vlak aan de sporen zitten. Het stationsgebouw is zo onderhevig aan trillingen, dat het niet geschikt was als kantoorruimte. Met onze manier van bouwen en de materialen die we gebruiken willen we daar verbetering in brengen.’

Niet alleen duurzaam bouwen

Binnenkort kan Dialoog vzw genieten van een prachtig circulair kantoor, maar ze proberen ook op andere manieren duurzaamheid in hun werking te integreren. ‘Wij zijn een milieuorganisatie, dus iedereen die bij ons werkt, heeft daar voeling mee. Eén van onze collega’s is vegan en heeft ons bijvoorbeeld aangezet te kijken door welk alternatief we koemelk kunnen vervangen. Uiteindelijk zijn we terechtgekomen bij havermelk. Zelf vind ik fair trade belangrijk, dus al onze koffie en thee is fair trade en biologisch. Verder doen we bij Dialoog al onze aankopen afvalvrij. Zo moeten we heel weinig ruimte voor vuilbakken in ons kantoor voorzien,’ glundert Inge. ‘We kijken dus niet alleen naar het duurzame bouwen, maar trekken het veel breder. Alle collega’s brengen daarvoor hun eigen insteek binnen.’

Nieuwsgierig naar Dialoog vzw en hun toekomstige, circulair gerenoveerde kantoorgebouw in het station van Wijgmaal? Op de website van Dialoog vzw en in magazine de Koevoet vind je nog meer uitgebreide uitleg over het project.

Het L.E.U.V.E.N.-project is medegefinancierd door de Europese Unie

De gerenoveerde Bib Leuven Tweebronnen: thuis tussen de boeken

Binnenkomen in de living van Leuven. Zo moet het voelen om de gerenoveerde Bib Leuven binnen te stappen. Na een renovatie van vijf maanden ging de vernieuwde stadsbibliotheek begin juni weer open voor het grote publiek. Wat er veranderd is, wat de grote uitdagingen waren en hoe elke stap van het proces zo duurzaam mogelijk genomen is, vertellen architect Sofie Selderslaghs en bibliotheekmedewerker Joeri Gelaude tijdens een videogesprek met Leuven 2030.

De Bib Leuven Tweebronnen ging in september 2019 dicht om ruimte te maken voor de renovatie. Een deel van de collectie kreeg voor vijf maanden een plaats in de Minibib, de rest werd in verhuisdozen gestockeerd. Nadat de verbouwingen in februari 2020 afgerond waren, kregen alle boeken, tijdschriften, cd’s en dvd’s een nieuwe plaats in de Bib. Het in elkaar puzzelen en opvolgen van de complexe verhuismomenten was een echt huzarenstukje dat Joeri en zijn collega’s met succes volbrachten. Sofie op haar beurt werkte aan het ontwerp voor de herinrichting van de Bib en mag de coördinatie van de verbouwingswerken op haar conto schrijven.

Tijdens het gesprek valt meteen op dat Sofie en Joeri een goed geolied team vormen. Ze geven elkaar regelmatig een spreekwoordelijk schouderklopje voor het harde werk dat ze verzet hebben en vullen elkaar vlot aan als het gaat over de duurzame en circulaire keuzes bij de renovatie. Het begint al bij de basis, de vloer: ‘We hebben bewust gekozen voor linoleum,’ legt Sofie uit, ‘een bekend natuurproduct dat heel slijtvast is, lang meegaat en makkelijk te onderhouden is. Linoleum past perfect in het cradle-to-cradle-model, wat betekent dat de materialen waaruit het bestaat opnieuw en opnieuw gebruikt kunnen worden, zonder aan waarde in te boeten.’

Nieuwe sensoren zien het licht

Daarnaast is bij de renovatie veel aandacht besteed aan licht en verlichting. Alle oude lichtarmaturen zijn vervangen door energiezuinige ledverlichting. Bovendien maakt het nieuwe ontwerp zo veel mogelijk gebruik van natuurlijke lichtinval. ‘We lieten ons leiden door de logica van het plan,’ verklaart Sofie. ‘We hebben veel rekening gehouden met de manier waarop mensen door de bib circuleren en ervoor gezorgd dat we geen boekenrekken haaks op de lichtinval plaatsten. Ook de patio’s brachten we meer onder de aandacht om het contact tussen binnen en buiten te versterken. Dankzij die ingrepen valt er veel meer zonlicht binnen. De natuurlijke lichtinval zorgt ook nog eens voor mooie lijnen in het gebouw.’

Op basis van dat binnenvallend daglicht wordt de nieuwe ledverlichting aangestuurd. Joeri legt uit hoe dat werkt: ‘Sensoren voelen waar er genoeg natuurlijk licht binnenvalt en waar extra verlichting nodig is. Aan de hand daarvan wordt de verlichting in de Bib bijgestuurd. Tijdens het verbouwingsproces zijn we met die daglichtsturing op een aantal kinderziektes gestuit, maar die problemen zijn nu van de baan.’ Niet alleen het energieverbruik van de Bib gaat hierdoor omlaag, maar het gebouw lijkt ook veel lichter en ruimer nu. Joeri bevestigt dat: ‘We krijgen veel positieve reacties van de bezoekers.’

Opwaarderen en hergebruiken

Ook het meubilair van de Bib werd onder de loep genomen. In de eerste plaats zijn de bestaande stukken zo veel mogelijk bewaard en opgewaardeerd. Daar geeft Sofie een paar voorbeelden van: ‘Het meubilair bij de krantentafels hebben we een nieuwe omkasting gegeven, zo ziet het er direct weer beter uit. Toen corona losbrak hadden we plots veel plexiglas nodig. Daarvoor konden we het plexiglas recupereren dat gebruikt is om de opstelling van de Minibib te bouwen.’

‘Zo goed als al het materiaal dat we konden recupereren, hebben we hergebruikt,’ vult Joeri aan. ‘Konden we dat niet, dan keken we of we er iemand anders blij mee konden maken.’ Sofie haakt daarop in: ‘We bekeken eerst of onze stadsdiensten het materiaal konden gebruiken. Was dat niet zo, dan ging het naar onze andere partners, zoals Saté, het Sociaal Atelier Leuven.’ Een paar voorbeelden daarvan? ‘Om de Bib toegankelijker te maken, zijn de houten vloeren van de verhoogde onthaalzone en de jeugdbib weggehaald. Dat hout is gerecupereerd door Saté. Ze bouwden er in de Stelplaats een opslagruimte voor het skatepark mee en gebruikten de rest als lesmateriaal.’

Zo goed als al het materiaal dat we konden recupereren, hebben we hergebruikt.

‘Onze verouderde inleverrobot is opgehaald door het VTI. Daar waren ze onwaarschijnlijk blij mee, want de mechaniek konden ze gebruiken als didactisch materiaal in de lessen.’ En de lijst gaat door: ‘Ons oud presentatiemeubilair kon SLAC nog gebruiken, oude cd-meubels kregen een nieuw leven in de Leuvense gevangenissen, Expo Leuven en 30CC recupereerden een deel van het zitmeubilair, de oude beveiligingspoortjes gingen eerst naar de Minibib en daarna naar de andere filialen, de oude balie wordt nu gebruikt in Kessel-Lo… Zelfs de honderden verhuisdozen die we moesten aankopen, worden nu door verschillende andere stadsdiensten gebruikt,’ vertelt Joeri.

Voor het meubilair dat na de renovatie toch nieuw is aangekocht, is bewust gekozen voor kwaliteit. Sofie legt uit waarom: ‘Duurzaam, kwalitatief meubilair is duurder bij de aankoop, maar het gaat veel langer mee. Op lange termijn zal het dus eigenlijk niet duurder uitkomen.’ ‘Inderdaad,’ vult Joeri aan, ‘zo zitten we met onze meubels nog voor een mooie periode gebeiteld.’

Groene energie

Wat minder zichtbaar is, maar even belangrijk: ook de stookplaats van de Bib Leuven werd onlangs gerenoveerd. Daar stonden nog oude ketels en een verouderd hydraulisch systeem, wat de Bib een grote energieverbruiker maakte. Dankzij de steun van het Europese L.E.U.V.E.N.-project is die oude installatie vervangen door moderne condensatieketels. De Bib verbruikt daardoor vanaf nu veel minder gas en elektriciteit, en wordt bovendien comfortabeler.

Ook zonnepanelen staan nog op de agenda. In samenwerking met ECoOB en Ecopower worden die binnenkort op het dak van de Bib Leuven gelegd, zodat het gebouw zal kunnen draaien op groene energie. Over groen gesproken: ‘Onze binnenkoer wordt in de toekomst ook nog groener,’ vertelt Joeri. ‘Dat is een unieke plaats die nu nog te veel onbenut blijft. Er is voor onze binnenkoer nog een heel plan op til: we gaan ontharden om meer plaats te geven aan bomen, om het zo een echt aangename plaats te maken.’

Groen doet deugd

En dat aangenaam vertoeven, dat is belangrijk, benadrukt ook Sofie. ‘Als architect voor Stad Leuven denk ik sowieso aan de duurzaamheid van een project. Maar duurzaamheid is een heel breed begrip: je goed voelen op een plek is ook duurzaamheid.’ ‘En daar heeft Sofie echt wel rekening mee gehouden bij de plannen,’ beaamt Joeri. ‘De verblijfsfunctie van de Bib is meer in the picture gezet. De Bib mocht niet zomaar een vergaarbak van boeken worden, maar moest de living van de stad zijn.’

Wat duurzaamheid nog is? ‘Optimaal ruimtegebruik,’ volgens Sofie. ‘De bestaande ruimte beter gebruiken, zoals we met de patio’s hebben gedaan. Duurzaamheid is ook goed communiceren en samenwerken, om zo te komen tot een goed doordacht ontwerp dat voor een lange periode kan meegaan. En vergroenen, natuurlijk, dat vind ik heel belangrijk. Door corona beseffen we meer dat groen zo’n deugd kan doen. Plaatsen waar ik graag ben en die ik mooi vind, hebben meestal met groen en de natuur de maken. Als ik ergens een tof straatje zie – daar is veel groen.’

Meer weten?

In de Bib Leuven Tweebronnen kan je nog tot eind oktober de expo de Bib Leuven, een nieuw hoofdstuk bezoeken. Ontdek alles over de architect Henry van de Velde, de bouwstijl, de meubelkeuze én de link met Anne Teresa De Keersmaeker. De tentoonstelling is gratis te bezoeken tijdens de openingsuren van de Bib. Je vindt ze in de Multiruimte ter hoogte van de infobalie aan de inkom.

Als je dan in de Bib bent en graag wat interessant leesvoer mee naar huis neemt, kan je er meteen een gedrukt exemplaar van de Roadmap 2025 · 2035 · 2050 naar een klimaatneutraal Leuven uitlenen. Ook in de andere filialen van de Bib is een gedrukt exemplaar van de Roadmap uitleenbaar.

Het L.E.U.V.E.N.-project is medegefinancierd door de Europese Unie

MPC Terbank kiest voor de toekomst met duurzame gebouwen

Met het Europese L.E.U.V.E.N.-project ondersteunt Leuven 2030 een uitgebreid netwerk van 24 partners om hun gebouwen te verduurzamen. Eén daarvan is MPC Terbank in Heverlee, een multifunctioneel centrum dat kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking begeleidt. MPC Terbank investeerde in een nieuwe, efficiënte verwarmingsketel en 124 zonnepanelen op het dak van het centrale gebouw. Ook muurisolatie, dakisolatie en bijkomende zonnepanelen staan in meerdere huisvestingen op het programma. Leuven 2030 ging Ilse Vande Casteele opzoeken, het hoofd van de technische dienst bij MPC Terbank, om meer te weten te komen over het renovatieproces.

Als we na een verfrissende klim met de fiets op de Tervuursesteenweg aankomen bij MPC Terbank, wandelen er een aantal jongeren met hun begeleider over het groene terrein. We melden ons aan bij het onthaal en een minuutje later komt Ilse haar energiek tegemoet voor een gesprek. Ilse Vande Casteele werkt bij MPC Terbank als het hoofd van de technische dienst. De directie van MPC Terbank kent Ilse al lang, want ze is er al sinds haar zestiende actief als vrijwilliger. Ilse studeerde architectuur en leerkracht bijzonder onderwijs, dus haar sociale interesse en technische kennis kan ze als hoofd van de technische dienst bij MPC Terbank in één job combineren.

MPC Terbank nam verschillende energiemaatregelen. De oude stookplaats is vervangen en er staat nu een nieuwe, efficiënte verwarmingsketel. Daarnaast liggen er sinds kort 124 zonnepanelen op het dak. Momenteel wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor het plaatsen van muur- en dakisolatie en bijkomende zonnepanelen. ‘Over de plaatsing van zonnepanelen is lang gediscussieerd,’ aldus Ilse, ‘omdat de financiële opbrengst niet groot genoeg zou zijn. Maar uiteindelijk blijken zonnepanelen een goeie terugverdientijd te hebben. Na onze beslissing om voor zonnepanelen te kiezen, is alles heel snel gegaan: binnen de drie maanden lagen alle 124 panelen op ons dak.’

Het is financieel niet gemakkelijk, maar we zorgen met deze beslissing voor de toekomst van onze onderneming.

Het belang van goede communicatie

We vragen Ilse naar de grootste horde die MPC Terbank moest overwinnen om hun gebouwen energiezuiniger te maken. Dat was de financiële beperking. ‘Als sociale onderneming krijgen wij een beperkt budget van de overheid waarmee we het moeten doen. We willen natuurlijk in de eerste plaats onze kerntaak, het begeleiden van onze jongeren, goed uitvoeren en het grootste deel van ons budget daarvoor gebruiken, maar dat maakt dat we het onderhoud van onze gebouwen steeds moeilijker kunnen bekostigen. Sponsors die onze energieprojecten willen financieren, zijn altijd welkom,’ lacht Ilse.

Het was geen eenvoudige taak om de raad van bestuur te overtuigen van het belang van energiemaatregelen. Ilse begrijpt ook waarom: ‘Het is hun taak om in de eerste plaats op de cijfers te letten. Onze budgetten zijn beperkt, maar daar tegenover staat dat energiemaatregelen goed voor het klimaat en voor de onderneming zelf zijn. Bovendien worden de normen voor gebouwen steeds strenger, dus die investering moeten we toch ooit doen. Als MPC Terbank over tien of twintig jaar verplicht wordt om aanpassingen te doen, is de kostprijs tegen dan nog hoger, want je gebouwen laten verkommeren kost op termijn meer dan nu investeren. Het is financieel niet gemakkelijk, maar we zorgen met deze beslissing voor de toekomst van onze onderneming.’

Hoe Ilse de raad van bestuur uiteindelijk overtuigde? Ze zorgde er vooral voor dat ze zo goed mogelijk geïnformeerd was. ‘Hoe je communiceert over klimaatmaatregelen is heel belangrijk,’ merkt Ilse op. ‘Informeer jezelf op voorhand goed en breng een verhaal dat stevig onderbouwd is als je mensen wil overtuigen van het belang van klimaatmaatregelen. Ik heb bijvoorbeeld eerst grondig in kaart gebracht wat zonnepanelen precies doen, wat de voor- en nadelen ervan zijn, hoe de digitale meter werkt en wat de installatie ervan ons zou opbrengen. Daarnaast is het belangrijk dat mensen mee zijn met de redenen achter de duurzame aanpassingen. We willen allemaal een wereld waarin onze kinderen en kleinkinderen nog goed kunnen leven. Onbewust zijn veel mensen wel mee met het klimaatverhaal, ze weten alleen niet altijd goed wat de klimaatverandering precies inhoudt en wat de gevolgen ervan zijn.’

Investeringen groeperen

Ilse is heel tevreden dat de raad van bestuur toestemming gaf om de duurzame ingrepen te realiseren. ‘Ik hoop dat onze raad van bestuur dat ook doet voor de volgende duurzame projecten. Uiteindelijk werken we aan de toekomst van MPC Terbank en zorgen we ervoor dat jongeren hier nog lang terecht kunnen. Voor de jongeren en het personeel is het ook belangrijk dat we onze werken zoveel mogelijk groeperen. Het is niet gemakkelijk om die budgetten in één keer vrij te maken, maar werken combineren kost op lange termijn minder omdat je dan geen meerdere keren een stelling moet laten zetten of graafwerken doen. Ook beperken we zo de overlast binnen de werking van MPC Terbank.’

Het Europese project L.E.U.V.E.N. als motor

Dankzij de middelen van het project L.E.U.V.E.N. kon MPC Terbank een studiebureau inschakelen dat de kosten en baten van verschillende duurzame ingrepen onderzocht en licht kon schijnen op de terugverdientijden ervan. ‘Het L.E.U.V.E.N.-project was een doorslaggevende factor om ons renovatieproces te laten starten. De terugbetaling van de studiekosten die we dankzij L.E.U.V.E.N. kregen was heel handig om de raad van bestuur te overhalen aan het proces te beginnen. Een studie zou door de hoge kostprijs anders op de lange baan geschoven worden.’

Duurzaamheid binnen MPC Terbank

Het personeel en de jongeren van MPC Terbank zijn allemaal op de hoogte van de klimaatmaatregelen die aan de gebouwen zijn gebeurd. ‘Af en toe vragen de jongeren ernaar,’ vertelt Ilse. ‘De raad van bestuur en het personeel zijn al op het dak gaan kijken. Het personeel reageerde heel positief op onze ingreep, omdat het onze kerntaak is om jongeren goed te begeleiden, maar we daarnaast toch aandacht besteden aan het klimaataspect. Ook op andere gebieden doen we dat. Zo hebben we geïnvesteerd in een fietsbeleid, waardoor ongeveer de helft van het personeel met de fiets of het openbaar vervoer naar het werk komt.’ Ilse merkt dat er binnen MPC Terbank meer en meer bewust duurzame keuzes gemaakt worden. ‘De begeleiders van onze leefgroepen contacteren mij daarover. Ze vragen bijvoorbeeld naar een alternatief voor dranken in plastic flessen. Ook letten ze op duurzame voeding, ondanks de beperkte budgetten. Het onderhoud van het park op het domein van MPC Terbank gebeurt heel bewust. Zo is er nu een nieuw aanplantbeleid om onze groene long zo goed mogelijk in stand te houden. Dat is goed voor het klimaat, mooi voor ons, en mooi voor onze buren.’

Het personeel reageerde heel positief op onze ingreep, omdat het onze kerntaak is om jongeren goed te begeleiden, maar we daarnaast toch aandacht besteden aan het klimaataspect.

De ideale duurzame toekomst

Het is duidelijk dat Ilse als het hoofd van de technische dienst de beperkte budgetten zo efficiënt mogelijk inzet. Toch stellen we graag ook eens de vraag hoe Ilse een ideale, duurzame toekomst voor MPC Terbank zou zien, zonder rekening te moeten houden met financiële beperkingen. Ilse denkt even na over die vraag. ‘De meeste van onze gebouwen zijn al vijftien tot twintig jaar oud. Die zou ik zeker een grondige upgrade geven, zodat ze nog minstens twintig jaar mee kunnen met de huidige normen op het vlak van energiezuinigheid.’

Maar een wilde droom van Ilse is een bijkomend multifunctioneel gebouw. ‘Een milieubewust opgetrokken gebouw waarbij we energie krijgen van zonnepanelen en warmte van een warmtepomp is ideaal. Ik droom van een multifunctionele constructie met een vaste buitenmuur en flexibel inzetbare, verplaatsbare binnenmuren, waardoor we de ruimte zo efficiënt mogelijk kunnen gebruiken en aanpassen aan onze noden: een ontvangstruimte, vergaderzaal, kantoor of ruimte voor een leefgroep. Het hele gebouw zou vlot toegankelijk zijn voor rolstoelen en mensen met een visuele beperking.’ Tot slot neemt Ilse ons nog even mee naar het dak, waar ze een prachtig uitzicht hebben op de zonnepanelen, groendaken die eerder aangelegd zijn, en het park van MPC Terbank. Die duurzame toekomst, die is er nu al een beetje.

Hoe past dit binnen onze Roadmap naar een klimaatneutraal Leuven?

De duurzame aanpassingen aan de gebouwen van MPC Terbank passen binnen de Roadmap 2025 · 2035 · 2050 naar een klimaatneutraal Leuven. Met programma 2 van de Roadmap werkt Leuven 2030 aan het verduurzamen van niet-woningen zoals kantoren, scholen of ziekenhuizen. De verwarming en het elektriciteitsverbruik van niet-woningen zijn verantwoordelijk voor ongeveer 1/8 van de Leuvense CO2e-uitstoot. Een belangrijke uitdaging van de Leuvense klimaattransitie is dan ook om de verwarmings- en koelingsbehoefte van deze gebouwen drastisch te verminderen. Maar ook op het vlak van (elektrische) installaties – denk aan verlichtingssystemen en elektronica – zijn er grote winsten te boeken.’

Het L.E.U.V.E.N.-project is medegefinancierd door de Europese Unie

Studentenresidentie Camilo Torres terug open na duurzame renovatie

Met het L.E.U.V.E.N.-project ondersteunt Leuven 2030 een uitgebreid netwerk van 24 partners om hun gebouwen te verduurzamen. Eén daarvan is studentenresidentie Camilo Torres van KU Leuven. Na een grote renovatie van een jaar trokken aan het begin van dit academiejaar weer studenten in de meer energiezuinige en comfortabele gebouwen van Camilo Torres. Leuven 2030 ging op zoek naar het verhaal achter het project en ontdekte dat het niet evident was om een populaire studentenresidentie in typische brutalistische architectuur energiezuinig te maken.

Studentenresidentie Camilo Torres was aan een grondige renovatie toe, want het gebouw was niet energiezuinig en het beton was op verschillende plaatsen beschadigd. Kort voor de heropening van de gerenoveerde residentie brengt Leuven 2030 een bezoek aan de gebouwen van Camilo Torres in de Brusselsestraat. Daar wacht Luc Karremans van de Technische Diensten van KU Leuven. Luc had de leiding over de technische uitvoering van de renovatie en kent de gebouwen dan ook als zijn broekzak. Tijdens een uitgebreide rondleiding geeft hij een razend interessant kijkje achter de schermen.

Uitgebreide renovatie

De gebouwen van residentie Camilo Torres werden zowel buiten, als binnen grondig aangepakt. Het grootste deel van het gebouw is ingepakt met een extra laag isolatie en alle beton werd hersteld. Het buitenschrijnwerk kreeg een update: de oorspronkelijke ramen met enkel glas werden vervangen door energiezuinige en op sommige plaatsen zonwerende ramen.

Ook de binnenkant van de gebouwen kreeg een flinke opknapbeurt: appartementen werden tot kamers met gemeenschappelijke keuken en sanitair getransformeerd, de gangen kregen een lik verf, meer dan 800 deuren werden herschilderd, een deel van de vloerbekleding is vervangen, er is gezorgd voor wifi in alle kamers en de branddetectie-installatie werd vernieuwd.

Uit de uitleg van Luc is meteen duidelijk dat er grondig nagedacht is over alle aspecten van de renovatie: niet alleen energiezuinigheid, maar ook wooncomfort, onderhoudsvriendelijkheid en esthetiek.

Esthetiek en energiezuinigheid: een evenwichtsoefening

Het behouden van de oorspronkelijk esthetiek vormde een uitdaging. De gebouwen van Camilo Torres zijn gebouwd in de jaren 70 binnen de architecturale stroming van het brutalisme. De typische blokachtige constructie uit ruw beton is deels opgebouwd uit prefab beton en deels ter plaatse gestort. Bij de renovatie is geprobeerd om het oorspronkelijke uiterlijk van de gebouwen zo dicht mogelijk te benaderen.

‘De kleur van de nieuwe gevelplaten benadert de oorspronkelijke kleur van het gebouw zo dicht mogelijk,’ aldus Luc. ‘Ook de schikking van de platen op de gevel lieten we zo veel mogelijk overlappen met de originele horizontale belijning in de architectuur. En de raamprofielen benaderen het uitzicht van de aanvankelijke ramen zo goed mogelijk.’

Een evenwicht vinden tussen de energiezuinigheid van de residentie en het respect voor de oorspronkelijke architectuur was niet evident.

De renovatie was een ware evenwichtsoefening. ‘Een evenwicht vinden tussen de energiezuinigheid van de residentie en het respect voor de oorspronkelijke architectuur was niet evident.’ Toch is Luc heel tevreden over het resultaat. ‘Er zullen altijd wel mensen zijn die de renovatie vanuit één van beide standpunten niet goed genoeg vinden. We konden bijvoorbeeld niet alle koudebruggen, waardoor warmte naar buiten verloren gaat, wegwerken. Maar ik vind onze evenwichtsoefening toch geslaagd.’

Bewuste keuze voor duurzaam isolatiemateriaal

‘We hebben hoofdzakelijk met glaswol geïsoleerd,’ aldus Luc. Een bewuste keuze, want op het vlak van brandveiligheid scoort glaswol goed. ‘Zeker na de grote brand in de Grenfelltoren in Londen was brandveiligheid van bij het begin van deze renovatie heel belangrijk voor ons.’ Glaswol is niet alleen brandveilig, maar ook duurzaam, want het is gemaakt uit natuurlijke grondstoffen en volledig herbruikbaar of recycleerbaar.

‘Aan de andere kant is glaswol iets dikker dan andere gangbare isolatiematerialen die we overwogen hebben. De gebouwen van Camilo Torres hebben veel smalle nissen, hoeken en kanten. Dat maakte de plaatsing van een extra laag van veertien centimeter isolatie uitdagend. Maar met een slimme plaatsing van bijvoorbeeld de raamprofielen is het ons toch gelukt.’

Als het aankomt op verwarming is het gedrag van de bewoners bijna even belangrijk als de technische ingrepen. Daarover moeten we ook sensibiliseren.

Het gedrag van de bewoners

Hoeveel er precies bespaard kan worden op stookkosten dankzij de renovatie, weet Luc nog niet. ‘Als het aankomt op verwarming is het gedrag van de bewoners bijna even belangrijk als de technische ingrepen. Daarover moeten we ook sensibiliseren.’ De verwarming niet extra hard opendraaien omdat het gebouw toch geïsoleerd is, bijvoorbeeld, en de ramen sluiten als de verwarming opstaat. ‘Maar ik ben wel benieuwd naar het volgende stookseizoen.’

Het verhaal van de bouwheer

Na de boeiende toer door de gebouwen van Camilo Torres gaat Leuven 2030 ook nog de bouwheer van het renovatieproject opzoeken. Ludo Clonen is het diensthoofd van Studentenhuisvesting bij Studentenvoorzieningen KU Leuven. Studentenvoorzieningen KU Leuven beheert 26 residenties en biedt 3300 wooneenheden aan, vooral aan studenten met een laag inkomen, een fysieke functiebeperking of aan buitenlandse studenten die moeilijk een onderkomen vinden op de private huurmarkt.

Leuven 2030 bezoekt Ludo in zijn kantoor in het prachtige Van Dalecollege in de Naamsestraat. Net voor de start van het academiejaar wemelt het er van de bedrijvigheid.

Hoe pak je dat aan, een volledige residentie helemaal leegmaken voor een renovatie van een jaar? ‘We hebben de renovatie van Camilo Torres zo vroeg mogelijk aan de bewoners gecommuniceerd. Studenten konden een aanvraag doen in één van onze andere residenties. Volwassen studenten met een gezin, die moeilijker huisvesting vinden op de privéhuurmarkt, hebben we geholpen met hun zoektocht naar alternatieven.’ Zo heeft iedereen die in Camilo Torres woonde toch op tijd een vergelijkbaar appartement kunnen vinden.

Duurzaam masterplan

‘Zo’n acht jaar geleden stelden we samen met de Technische Diensten een masterplan op voor een grote upgrade van onze residenties. Elk jaar sturen we het plan bij. In ons masterplan zijn veel duurzame maatregelen opgenomen: het wegwerken van alle enkele beglazing, inzetten op extra isolatie, warmtepompen installeren en voor de overige warmtevraag overschakelen van stookolie op gas. Voor dat plan voorzien we heel veel financiële middelen.’

Tegelijk zorgt het plan ook voor een grote besparing. ‘Twee jaar geleden hebben we een vergelijking gemaakt van de energiekosten die we met ons masterplan zouden uitsparen: die ingrepen scheelden over alle residenties jaarlijks 500.000 euro aan energiekosten ten opzichte van enkele jaren daarvoor.’ De inspanningen van KU Leuven om mee te werken aan een klimaatneutrale toekomst leveren dus niet alleen comfortabele gebouwen, maar ook een lagere energiefactuur op.

Twee jaar geleden hebben we een vergelijking gemaakt van de energiekosten die we met ons masterplan zouden uitsparen: die ingrepen scheelden over alle residenties jaarlijks 500.000 euro aan energiekosten.

‘We zijn heel tevreden over de uitvoering van ons masterplan tot nu toe. De Technische Diensten en de dienst Residentiebeheer van Studentenvoorzieningen verdienen daarvoor een pluim, want zij hebben alles op alles gezet om de renovatie van Camilo Torres in één jaar gedaan te krijgen.’

Voor de volgende jaren is in het masterplan van Studentenhuisvesting nog 700.000 euro voorzien voor duurzame maatregelen. ‘Waarvoor dat budget exact gebruikt zal worden, ligt nog niet helemaal vast omdat er op dit moment nog veel evolueert op het vlak van duurzame technieken. Een deel zal alvast naar warmtepompen gaan, zodat we een groot deel van onze gasverbranding kunnen elimineren.’

Duurzaam het academiejaar in

Als stichtend lid van Leuven 2030 engageert KU Leuven zich dus actief voor een gezonde, aangename en klimaatneutrale stad die we met een gerust hart kunnen doorgeven aan de nieuwe generatie. Ondertussen is studentenresidentie Camilo Torres weer helemaal bevolkt met die nieuwe generatie. En ze zijn klaar om het academiejaar te trotseren in een uniek gebouw dat nu ook comfortabeler en duurzamer is.

Het L.E.U.V.E.N.-project is medegefinancierd door de Europese Unie

Lessen van een grote renovatie (3)

Op 5 augustus start de grote renovatie van het appartementsblok Leeuwerikenveld Paviljoen 2 in Heverlee. Dankzij het Europese ELENA-project L.E.U.V.E.N. wordt een groot deel van de studiekost voor de renovatie terugbetaald. Leuven 2030 ging hierover al in gesprek met de syndicus van Leeuwerikenveld en met ingenieur-architect Arne Vangeenberghe van Atelier T. Voor de werken van start gingen, ging Leuven 2030 ook nog op bezoek bij bewoonster Jolien Dechamps.

Jolien Dechamps Leeuwerikenveld

We ontmoeten Jolien in de hal van het gebouw en gaan samen naar boven. Binnen in het lichte en stijlvol ingerichte appartement van Jolien komt ons een enthousiaste, jonge kat tegemoet gedribbeld, die graag een oogje op het gesprek houdt.

Dubbel gevoel

Bij het begin van het gesprek geeft Jolien meteen toe dat ze een dubbel gevoel had toen de plannen voor de renovatie van Leeuwerikenveld concreet werden. ‘Ik weet welke voordelen deze renovatie mij gaat opleveren, maar tegelijk was het even slikken bij het gevraagde budget. Twee jaar geleden kocht ik dit appartement en liet ik meteen een totaalrenovatie van de binnenkant doen. Daarvan had ik graag financieel nog even gerecupereerd. Het bedrag voor de renovatie van de buitenschil heb ik sindsdien nog niet volledig bijeengespaard. Die ingreep had dus nog even mogen wachten voor mij.’

‘Vele andere eigenaars zijn ouder dan ik of verhuren hier een appartement. De financiële situatie van die eigenaars van een opbrengstpand is dan ook anders dan van wie hier echt woont. Ik sta ook nog aan het begin van mijn carrière, met een loon dat daarmee overeenstemt. En ik ben jong, dus ik wil niet elke vrije minuut van mijn leven in mijn appartement doorbrengen. Ik wil toch graag een bepaalde levensstijl onderhouden.’

Los van de meerwaarde die de renovatie geeft op het vlak van het verbruik, wordt het gebouw esthetisch ook veel leuker voor mij.

Tegelijk heeft Jolien er nooit aan gedacht uit het gebouw Leeuwerikenveld te vertrekken. ‘Bij de aankoop van mijn appartement wist ik dat er een grote renovatie zat aan te komen. Dat was dus wel ingecalculeerd. Het bedrag dat uiteindelijk gevraagd werd voor het project kwam wel hoger uit dan oorspronkelijk geschat. Voor mij is dat financieel best pittig, moet ik zeggen.’

Meerwaarde

‘Toch sta ik achter de renovatie,’ vertelt Jolien. ‘Op het einde van de rit zal ik blij zijn dat de werken snel zijn gebeurd. Qua rendement is dat het interessantst voor mij.’ Want hoe vroeger gerenoveerd wordt, hoe meer de bewoners van Leeuwerikenveld op lange termijn kunnen besparen op hun energiefactuur.

‘Los van de meerwaarde die de renovatie geeft op het vlak van het verbruik, wordt het gebouw esthetisch ook veel leuker voor mij.’ In het mooi gerenoveerde appartement van Jolien vormen de oude ramen inderdaad nog een stijlbreuk. ‘Het zal fijn zijn dat dit in het geheel een strak appartement wordt.’

Durf vragen stellen

De algemene vergaderingen van de vereniging van mede-eigenaars van Leeuwerikenveld waren de momenten waarop Jolien de meeste info kreeg. ‘Toen ik mijn appartement kocht, was het hele proces richting renovatie al in gang gezet, dus daarover heb ik niet veel meer ingebracht. Maar ik vond het wel een meerwaarde om op de algemene vergaderingen de andere eigenaars te ontmoeten, naar de uitleg van de architect te luisteren… Hier komen tijdens de renovatie tenslotte allerlei mensen rondlopen waarvan ik anders niet zou weten wat ze precies komen doen.’

Durf vragen stellen. Het is heel normaal dat je niet alles begrijpt.

‘Tijdens de algemene vergaderingen waren bepaalde zaken niet meteen duidelijk voor mij. Vooral de uitleg van de architecten begreep ik niet altijd helemaal. Gelukkig kon ik na de vergaderingen steeds terecht bij de syndicus om extra vragen te stellen.’ Dat is dan ook Joliens tip voor de bewoners van andere gebouwen: ‘Durf vragen stellen. Het is heel normaal dat je niet alles begrijpt.’

In augustus starten de werken, maar daar maakt Jolien zich niet te druk over. ‘Het brengt natuurlijk een beetje hinder met zich mee. Misschien moet ik eventjes opvang zoeken voor mijn kat.’ Maar daar staat dan ook een comfortabel en mooi gebouw tegenover, dat volledig klaar is voor de toekomst.

Het L.E.U.V.E.N.-project is medegefinancierd door de Europese Unie

Lessen van een grote renovatie (2)

Op 5 augustus start de grote renovatie van het appartementsblok Leeuwerikenveld Paviljoen 2 in Heverlee. Dankzij het Europese ELENA-project L.E.U.V.E.N. wordt een groot deel van de studiekost voor de renovatie terugbetaald. Na het bezoek aan de syndicus brengt Leuven 2030 nu een bezoek aan Atelier T, waar ingenieur-architect Arne Vangeenberghe vertelt hoe hij dit pioniersproject ervaren heeft.

De renovatie van Leeuwerikenveld is het enige grote privéproject binnen het ELENA-project L.E.U.V.E.N. . ‘Dat privatieve maakt het uitdagend, want we krijgen binnen het gebouw te maken met verschillende groepen eigenaars. De jongste eigenaars hebben met hun eerste centen eindelijk een appartementje kunnen kopen. Daar tegenover staat de oudste groep, die hun appartement afbetaald hebben en vinden dat renovatiewerken aan de volgende generatie zijn. Daarnaast is er een grote groep verhuurders, die door de verbouwingskosten een aantal jaar geen inkomsten overhoudt uit hun opbrengstpand. Ten slotte is er nog een kleine groep eigenaars met voldoende middelen en zin om de renovatie te kunnen dragen.’

‘Bij het opsommen van die groepen eigenaars denk je al snel dat de beslissing om te renoveren nooit goedgekeurd zou geraken. Maar hoewel de renovatie voor velen een extra last is, zijn al die groepen er toch voor gegaan. Dat vind ik fijn en mooi om te zien. Natuurlijk wordt hun appartement achteraf ook meer waard, maar dat ze dat allemaal toch maar doen: schitterend.’

Weinig geïnteresseerde aannemers

Nadat het besluit om te renoveren genomen was, kon Atelier T het dossier verder uitwerken. De zoektocht naar een geschikte aannemer was niet gemakkelijk. ‘We hebben gemerkt dat nog niet veel aannemers geïnteresseerd zijn in dit soort werken. Van de dertien aannemers die we aanschreven, was enkel Renotec geïnteresseerd. We zijn er toch van geschrokken dat er in het hele Belgische bouwlandschap maar één aannemer interesse had in een duurzame renovatie van dit type. Dat maakte onze onderhandelingspositie moeilijk. Renotecs eerste offerte zat ruimschoots boven ons oorspronkelijk geraamde bedrag.’

We zijn er toch van geschrokken dat er in het hele Belgische bouwlandschap maar één aannemer interesse had in een duurzame renovatie van dit type

‘Voor veel aannemers bleek ons dossier moeilijk te liggen. De grote aannemers met genoeg geschikt personeel gaan liever voor projecten in de openbare sector. Gebouwblokken waar mensen tijdens de werken in blijven wonen, zijn voor hen al helemaal niet aantrekkelijk. Voor de iets kleinere aannemers die een project als het onze theoretisch nog zouden aankunnen, past dit soort renovatie dan weer niet in hun planning. Zij laten hun teams normaal door hun verschillende werven circuleren, beginnend met het team voor de ruwbouw, en zo verder. Met enkel onze buitenschilbekleding zou de keten van die aannemers uiteenvallen.’

Renotec richt zich gelukkig wel specifiek op die markt. Mits een paar technische aanpassingen kon het budget teruggebracht worden tot net boven het geraamde bedrag en kon de aannemer uiteindelijk aangesteld worden.

Door projecten als L.E.U.V.E.N. die haalbaarheidsstudies terugbetalen kunnen we mensen aanporren om te durven nadenken over renovaties en daarmee de eerste stap te zetten.

‘De vraag op de privatieve markt is voor aannemers niet zo zichtbaar. Hoe meer bekendheid we projecten als dit geven, hoe meer aannemers er op de privatieve markt komen, waardoor de markt concurrentieel wordt. Maar daarvoor moet de bal aan het rollen gaan bij de bouwheren zelf en dat is net de moeilijkste bal om aan het rollen te krijgen. Door projecten als L.E.U.V.E.N. die haalbaarheidsstudies terugbetalen kunnen we mensen aanporren om te durven nadenken over renovaties en daarmee de eerste stap te zetten.’

Samen één blok

‘De kracht van ons project is dat we als studiebureau een sterk team hebben gevormd met de syndicus en de vereniging van mede-eigenaars. De syndicus kwam krachtig naar voor met een duidelijke en sterke mening. De stuwende kracht van Piet heeft geholpen de twijfels bij de eigenaars weg te werken.’

Maar ook de verdienste van de vereniging van mede-eigenaars is niet te onderschatten. ‘We werkten met een grote groep eigenaars. Dat kan zowel een voordeel, als een nadeel zijn, want in een grote groep komen veel verschillende meningen naar voor. We hebben geprobeerd iedereen correct en objectief te informeren en met die informatie zelf hun mening te laten vormen. Op die manier kwamen alle eigenaars uiteindelijk op één lijn te staan. Ook dat is belangrijk.’

Door als één blok het positieve verhaal van een totaalrenovatie naar voor te brengen, werd het dus makkelijker om alle twijfelaars te overtuigen voor het project.

Klaar voor de toekomst

Ondanks de grote kost die een totaalrenovatie voor veel eigenaars inhoudt, zag Arne dat de wil leefde om het gebouw terug klaar te maken voor de toekomst.

‘Dat het gebouw voorbereid moest worden op de toekomst, was ook ons belangrijkste argument voor de renovatie. In Leuven wordt veel gebouwd en verbouwd. Leeuwerikenveld is dan weer één van de oudste appartementsblokken in Leuven. Zonder extra ingrepen komt het gebouw meer en meer in de achterhoede terecht. Geleidelijk aan voldoe je niet meer aan de kwaliteits- en comforteisen van vandaag en zak je dieper en dieper weg in een put van kosten en oplapwerk.’

Leeuwerikkenveld

Leeuwerikenveld is dan weer één van de oudste appartementsblokken in Leuven. Zonder extra ingrepen komt het gebouw meer en meer in de achterhoede terecht. Geleidelijk aan voldoe je niet meer aan de kwaliteits- en comforteisen van vandaag en zak je dieper en dieper weg in een put van kosten en oplapwerk.

Samen praten over een langetermijnvisie

Arne ziet ook mogelijkheden voor andere appartementsblokken. ‘Mijn grootste aanrader is: denk er samen over na, praat er samen over. De gegroepeerde mindset van de eigenaars is belangrijk. Praat eerst onderling over de opties en betrek er dan de syndicus bij. Als eigenaars willen renoveren, is dat absoluut mogelijk!’

‘Beslis vooral niet vanuit je buikgevoel of het hele proces te duur of technisch onmogelijk zou zijn. Neem bij de minste twijfel een professioneel bureau onder de arm om te zien wat mogelijk is. Laat minstens een kleine studie maken die uitmaakt wat moet en wat kan gebeuren. Daarna kan je met kennis van zaken beslissen of je met het project doorgaat of niet.’

Omdat de eigenaars van Leeuwerikenveld een klein budget aan een studie besteedden, konden ze meteen een planning opstellen voor de toekomst: wat is hoogdringend en wat kan nog even wachten? Arne raadt dan ook aan om een globale visie op te stellen. ‘Tegen 2050 mag elke woning nog 100 kWh per vierkante meter per jaar verbruiken. Dat klinkt nog ver in de toekomst, maar is toch al belangrijk om rekening mee te houden. Een langetermijnvisie beschermt de eigenaars tegen constante tussenoplossingen en halfslachtig oplapwerk.’

Vereenvoudiging van de subsidies

De overheid kan nog heel wat doen om het de syndicus en de eigenaars gemakkelijker te maken om subsidies vast te krijgen, vindt Arne. ‘Sommige subsidies moeten per bewoner worden aangevraagd, andere dan weer gemeenschappelijk. Voor Leeuwerikenveld vervangen we alle ramen, maar elke eigenaar zou afzonderlijk een subsidie moeten aanvragen voor haar of zijn raam… Na veel moeite konden we bereiken dat de subsidies voor de ramen van Leeuwerikenveld uitzonderlijk toch samen aangevraagd konden worden, maar nog beter zou het zijn als dat standaard zo kon.’

Een langetermijnvisie beschermt de eigenaars tegen constante tussenoplossingen en halfslachtig oplapwerk.

‘Mensen willen wel isoleren, maar als de regelgeving dat niet ondersteunt en vereenvoudigt, is er een grote drempel. Bewoners en syndicus steken heel veel werk in het uitpluizen en aanvragen van hun subsidie. Dat extra werk is niet te onderschatten. Alle administratieve vereenvoudiging op dat vlak is dus welkom.’

Daarnaast ziet Arne een grote rol weggelegd voor de subsidiëring van studiekosten, meer nog dan het subsidiëren van de isolatie zelf. ‘Wij als studiebureau zijn de extra kost, niet de bouwkost zelf. Door een haalbaarheidsstudie te subsidiëren, weten mensen wat de mogelijkheden zijn voor hun gebouw. Daarmee geef je het duwtje om hen actie te laten ondernemen.’

Dat is de grote kracht van het ELENA-project L.E.U.V.E.N.: L.E.U.V.E.N. sponsort het denkwerk, zodat mensen daar alvast niet te veel geld aan kwijt zijn. Dat voorbeeld moet breder gevolgd worden om meer snelheid te krijgen in de renovaties.

‘Dat is de grote kracht van het ELENA-project L.E.U.V.E.N.: L.E.U.V.E.N. sponsort het denkwerk, zodat mensen daar alvast niet te veel geld aan kwijt zijn. Dat voorbeeld moet breder gevolgd worden om meer snelheid te krijgen in de renovaties. Het duurt jaren om een project op te starten en af te werken. Als we tegen 2030 iedereen zo ver willen krijgen om te renoveren, dan moeten we nu al stevig duwen, want daar zijn we héél snel.’

Lees binnenkort ook het laatste artikel in onze reeks over de renovatie van Leeuwerikenveld, waarin bewoonster Jolien Dechamps haar ervaringen met het project toelicht.

Het L.E.U.V.E.N.-project is medegefinancierd door de Europese Unie

Lessen van een grote renovatie (1)

Op 5 augustus start de grote renovatie van het appartementsblok Leeuwerikenveld Paviljoen 2 in Heverlee. Dankzij het Europese ELENA-project L.E.U.V.E.N. wordt een groot deel van de studiekost voor de renovatie terugbetaald. Voor de start van de werken brengt Leuven 2030 een bezoekje aan het gebouw, waar Piet De Mulder vertelt welke lessen hij uit het hele proces getrokken heeft.

Leeuwerikenveld Paviljoen 2 werd in 1969 afgewerkt. Zoals typisch aan constructies van voor de jaren zeventig werd geen rekening gehouden met het energieverbruik van het gebouw: dakisolatie ontbrak volledig en de buitenste betonpanelen waren zo geplaatst dat ze van boven tot onder aan het gebouw één grote koudebrug vormden. Door een koudebrug gaat veel warmte naar buiten verloren en verhoogt de kans op condensatie en vocht binnen.

Al snel na de oplevering van Leeuwerikenveld begon een lange reeks problemen met het buitenste beton, dat meerdere keren hersteld moest worden. Gaandeweg werd duidelijk dat de herstellingen van de betonpanelen en het schilderen van de buitenzijde van het gebouw geen definitieve oplossingen vormden: er bleven nieuwe problemen aan het beton opduiken.

Een grondige oplossing

Op een algemene vergaderingen van de vereniging van mede-eigenaars (VME) van Leeuwerikenveld gingen er stemmen op om een grondige renovatie uit te voeren, om definitief verlost te geraken van de terugkerende problemen aan het beton. Een grondige, definitieve oplossing zou bovendien een einde maken aan de vochtproblemen en de grote warmteverliezen, wat de energierekening van de bewoners behoorlijk zou doen dalen.

Iedereen ziet uiteindelijk in dat dit de enige mogelijkheid is om ons gebouw de toekomst in te loodsen.

De syndicus zag de tijdsgeest veranderen. “Vroeger was zo’n ingrijpende renovatie ondenkbaar geweest, maar we zijn in een andere tijd gekomen. Iedereen ziet uiteindelijk in dat dit de enige mogelijkheid is om ons gebouw de toekomst in te loodsen.”

Concrete stappen

Eerst werd een technisch bureau aangeduid dat een haalbaarheidsstudie zou uitvoeren, om te polsen naar de functionele haalbaarheid en kostprijs van het project. De keuze viel op Atelier T, dat een plan opstelde om het gebouw conform te maken aan de toekomstige energienormen en daarvoor een ramingprijs bepaalde.

In 2013 werd de verwarmingsinstallatie van het gebouw al vernieuwd en vier jaar later was ook het dak al geïsoleerd. Dankzij de renovatie die nu op til is, zullen de buitenste betonpanelen vervangen worden door degelijke isolatie. De buitenkant van het gebouw wordt afgewerkt met een lichte gevelplaat. Ook de terrassen worden ingepakt met isolatiemateriaal en zullen meteen een nieuwe, veilige leuning krijgen. Daarnaast wordt al het buitenschrijnwerk van het gebouw vervangen. Ten slotte worden beide inkomhallen van het gebouw meegerenoveerd.

Daarvoor een aannemer vinden bleek uitdagend. “We schreven dertien aannemers aan, waarvan Renotec de enige was die geïnteresseerd was in de uitvoering van onze renovatie. Voor de anderen paste ons project niet in hun manier van werken.”

Uitdagingen voor de syndicus

De syndicus en de VME van Leeuwerikenveld pionieren met hun project op het vlak van grote renovaties. Piet kreeg dan ook te maken met een aantal grote uitdagingen. Op de eerste plaats de werkwijze in een vereniging van mede-eigenaars.

“In een mede-eigendom moet meer dan de helft van de eigenaars aanwezig zijn om een algemene vergadering überhaupt te laten doorgaan. Bovendien gold toen nog de beslissingsregel dat 75% van de eigenaars akkoord moet gaan met de grote renovatiewerken. Gelukkig werd op onze algemene vergadering een meerderheid van 83% voor de werken gevonden. Een overgrote meerderheid van de eigenaars zag in dat we er niet onderuit konden ons gebouw duurzaam de toekomst in te gidsen.”

Maar het beslissingsproces in samenspraak met de mede-eigenaars vroeg tijd, veel tijd. “Houd er als syndicus rekening mee dat het starten met een grote renovatie een proces is dat over drie of vier jaar loopt. Elke stap moet op een algemene vergadering voorgelegd worden: het aanduiden van een technisch bureau, het goedkeuren van hun raming… Na elke algemene vergadering krijgt de syndicus een maand de tijd om een verslag door te sturen naar alle eigenaars. Daarna moet verplicht drie maanden gewacht worden. Die periodes van stand-still vertragen en bemoeilijken het proces.”

Verdeelsleutel volgens de duizendsten

“Een tweede grote uitdaging was de verdeling van de kosten. In de vereniging van mede-eigenaars van een groot gebouw als Leeuwerikenveld zitten zowel eigenaars van een appartement of een studio, als van een buitenparking of een garage. Iedere eigenaar krijgt op basis van de grootte van zijn of haar privatieve delen bij aankoop een aantal duizendsten toegewezen. We verdeelden de kosten van de werken over alle eigenaars op basis van die duizendsten. Geen uitzonderingen of toegiften.”

Met onze renovatie verhogen we de waarde van het complex.

Alle eigenaars betalen dus mee aan de renovatie. Als die verdeelsleutel wordt goedgekeurd op een algemene vergadering, is dat juridisch helemaal in orde. “Dat betekent ook dat de eigenaars van een garage of buitenparking de renovatie van bijvoorbeeld de ramen voor een stukje mee financieren. Welk voordeel ze daaraan hebben? Hun parkeerplaats zal straks gelegen zijn aan een Leuvens gebouw dat gerenoveerd is volgens de normen die we in 2050 willen halen. Met onze renovatie verhogen we de waarde van het complex en wordt hun parkeerplaats dus ook aantrekkelijker.”

Piet is duidelijk: “Het was enorm belangrijk als eerste punt de kostenverdeling van onze renovatie te agenderen op de algemene vergadering. Zonder die consequente verdeling van de kosten, was het hele proces onhaalbaar geworden.”

Juridische ondersteuning

De syndicus van Leeuwerikenveld is onmiskenbaar gedreven, maar probeert niet halsstarrig alles alleen aan te pakken. “Een syndicus moet zich juridisch laten ondersteunen bij een dergelijk groot dossier. Je mag niet te eigengereid werken. Tijdens het hele proces dat voorafging aan de renovatie heb ik alle vragen voorgelegd aan een advocatenkantoor.”

Een laatste horde die moest genomen worden voor de start van de werken, was de financiering van het project. Op een algemene vergadering is beslist de eigenaars de keuze te geven zijn of haar aandeel in de kosten op voorhand te betalen, of in te tekenen op een renovatielening voor VME’s. Een kleine minderheid van de eigenaars koos voor de renovatielening, de anderen kozen ervoor hun deel van het bedrag voor de start van de werking ter beschikking te stellen. Daarmee is ook de volledige financiering rond.

Bij het buitenkomen van het gebouw Leeuwerikenveld slaat Piet een praatje met een aantal bewoners. Binnenkort wonen zij in een aantrekkelijk, energiezuinig en comfortabel gebouw. Helemaal klaar voor de toekomst.

Lees binnenkort in het vervolgartikel over de ervaringen van ir. arch. Arne Vangeenberghe van Atelier T en welke lessen hij uit deze bijzondere renovatie getrokken heeft.

Het L.E.U.V.E.N.-project is medegefinancierd door de Europese Unie