Wie voorbij het Paridaensinstituut wandelt of fietst, ziet niet meteen dat er onder de grond en op de daken grote ingrepen gebeuren. Toch worden er grote stappen gezet die de school duurzamer maken en het comfort voor de leerlingen en leraars drastisch verhogen. Over die veranderingen gaat Leuven 2030 in gesprek met Peter Wallays, technisch directeur van het Paridaensinstituut, en ingenieur-architect Pieter Meuwissen van LAVA Architecten.

Op de campus van het Paridaensinstituut staan zeven bouwblokken. Tot voor kort werden die elk afzonderlijk verwarmd met stookolie, maar die manier van verwarmen was niet efficiënt en moest op de schop. Pieter legt uit wat er veranderd is: ‘Op de campus is nu één groot centraal knooppunt ingericht dat de verwarming en andere nutsvoorzieningen zoals water, elektriciteit en data centraliseert.’
Vanuit dat centrale knooppunt zijn ondergrondse verbindingen naar alle blokken van de school gemaakt, zodat het op termijn de hele campus kan bedienen. De nieuwe centrale stookplaats verwarmt het Paridaensinstituut met aardgas. Peter is enthousiast: ‘Het rendement van onze nieuwe verwarming ligt waanzinnig veel hoger. Het nieuwe systeem valt bovendien veel beter aan te sturen.’
Het rendement van de nieuwe verwarming ligt waanzinnig veel hoger
Momenteel is een nieuwe bouwblok voor de school in aanbouw en ook die krijgt een aansluiting op de centrale stookplaats. Pieter ziet de nieuwbouw als een belangrijk sluitstuk van de werken: ‘Een deel van het Paridaensinstituut huist in oude kloostervleugels van het Hollands College. We bouwen verder op het rastersysteem van het klooster, waardoor we de verschillende bouwlagen mooi kunnen vervlechten. Het gelijkvloers werken we voor een stuk open, zodat er een ruime, overdekte buitenruimte voor de leerlingen ontstaat.’
Voor verschillende oudere bouwblokken van de school zijn nog andere renovatiewerken op til. De daken en de ramen worden aangepakt, wat de energie-efficiëntie van de school omhoog zal doen schieten. Daarnaast is voor de beschermde oude kloostervleugel van de school een aanvraag voor restauratie ingediend. ‘Als dat restauratiedossier wordt goedgekeurd, kunnen we over een aantal jaar de volledige campus op de centrale stookplaats aansluiten,’ vertelt Pieter.

Masterplan onontbeerlijk
Welk advies zouden Peter en Pieter meegeven aan wie een gelijkaardig groot en ingewikkeld renovatieproject voor de boeg heeft? ‘Een masterplan opmaken is onontbeerlijk,’ geven zowel Peter als Pieter aan. Met een masterplan leg je een einddoel vast, samen met alle tussenstappen in de tijd die nodig zijn om naar dat einddoel te evolueren.
Peter vertelt: ‘Het opstellen van een masterplan kost wat, maar de nutteloze kosten die je doet als je geen einddoel voor ogen hebt, zijn nog groter. Vóór ons masterplan werkten we zonder langetermijnvisie. Als er iets stuk ging, repareerden we dat. Het masterplan laat ons toe de zin of onzin van elke investering eerst af te toetsen. We weten welke projecten we voorrang moeten geven en houden altijd ons einddoel voor ogen, wie er binnen de school ook aan het roer komt te zitten.’
Daarnaast mag je de snelle technologische evolutie niet uit het oog verliezen, adviseert Pieter. ‘Toen wij de renovatie van het Paridaensinstituut planden, legde men de focus op het centraliseren van stookplaatsen. Ondertussen bewegen we snel weg van fossiele brandstoffen. Systemen zoals warmtepompen evolueren snel. Voor gebouwen met een lage energievraag kan het net beter zijn te decentraliseren en verschillende warmtepompen te gebruiken, maar dat moet je per gebouw op maat bekijken. Het is vooral belangrijk je uitgangspunt daarin eerst goed te bepalen.’
L.E.U.V.E.N. doet het grondig
Het Europese project L.E.U.V.E.N. financierde de studiekosten voor de renovatiewerken in het Paridaensinstituut. ‘Dankzij de L.E.U.V.E.N.-middelen konden we de tijd nemen om grondig te onderzoeken wat de beste manier was om onze stookolieketels te vervangen,’ vertelt Peter. ‘Iedereen voelde wel dat een nieuwe verwarmingsinstallatie een besparing zou zijn, maar dankzij het budget om een deskundige studie te laten doen en de precieze terugverdientijd te berekenen, hadden we de harde argumenten om voor de best mogelijke oplossing te kiezen.
